Het drumstel bestaat uit verschillende trommels en bekkens die door één persoon worden bespeeld. Een drumstel heeft een basdrum, een snaredrum, toms en bekkens zoals hi-hat, ride en crash. Voor het bespelen van het drumstel heb je je handen en voeten nodig. Tijdens de lessen leer je verschillende grooves spelen en noten lezen. 

De pauken zijn grote ketelvormige trommels die een diepe en majestueuze klank produceren. Ze worden meestal bespeeld in paren. De pauken hebben verstelbare vellen, waardoor de muzikant de toonhoogte kan aanpassen door middel van pedalen. Ze voegen een dramatisch element toe aan de muziek en worden vaak gebruikt om accenten en hoogtepunten te benadrukken.

Het slagwerk omvat verder een breed scala aan percussie-instrumenten, zoals bekkens, triangel, tamboerijn, woodblock, klokkenspel, xylofoon en vele anderen. Deze instrumenten worden gebruikt om specifieke ritmische effecten en kleuren toe te voegen aan een muzikale compositie. Ze worden vaak bespeeld met stokken, mallets of handen, afhankelijk van het gewenste geluid en de techniek.